Meer achtergrond
Herkomst
De herkomst van Taoist Tai Chi™ kunsten kan worden herleid tot de vroegste periode van de Chinese geschiedenis. Vanaf zijn oorsprong heeft het taoïsme gezocht naar de terugkeer van lichaam en geest naar hun oorspronkelijke natuur, in harmonie met de Tao. Een uiting hiervan is dat fysieke kunsten altijd een integraal onderdeel van de leer zijn geweest. De vroegste vorm van deze kunsten werd beoefend door sjamanen, wiens lessen werden geïntegreerd in de zich ontwikkelende traditie van het taoïsme.
In de loop van vele eeuwen trainden taoïstische meesters en beoefenaars in tempels, of leefden als kluizenaars in de wildernis. Zij ontwikkelden deze kunsten verder en gaven ze door aan hun leerlingen, daarmee de traditie van lichamelijke en spirituele vorming verrijkend.
Zhang Sanfeng: Tai Chi als interne alchemie
Ergens tussen de 11e en 14e eeuw ontwikkelde een taoïstische monnik genaamd Zhang Sanfeng een systeem dat hij taiji (tai chi) noemde. In dit systeem voegde hij verschillende reeds bestaande praktijken samen met in de Shaolin tempel ontwikkelde oefeningen die effect hebben op de pezen. En hij verwerkte daarin zijn eigen training in taoïstische methodes, die de interne energieën van het lichaam verfijnen en zuiveren.
Zhang had een aantal volgelingen die zijn lessen hebben voortgezet. Door heel de Song, Yuan en Ming dynastieën (de 12e tot 17e eeuw) was zijn tai chi vooral bekend in de provincie Shaanxi in het westen van China. Tai chi fungeerde binnen de kloostertraditie als een methode van interne alchemie, ofwel het bereiken van interne transformatie in het lichaam, gericht op verbetering van de gezondheid en een lang leven. Bij het ontstaan van het taoïsme werd tai chi gebruikt om taiji (letterlijk het “ hoogste ultieme”) te bereiken of de staat van elkaar aanvullende yin en yang energie in het lichaam. Doel was lichaam en geest te transformeren, om onsterfelijkheid, te verstaan als lang leven zowel als verlichting, te bereiken.
Tai chi komt buiten de kloosters
Aan het einde van de 19e eeuw werden tai chi bewegingen steeds meer aan leken onderwezen. Dat werd veroorzaakt door twee factoren. Allereerst begonnen de keizer en de adel het nevenproduct van tai chi training gewaar te worden, het aspect van de krijgskunst. Zowel de Shaolin boeddhistische monniken als de Mount Wudang taoïsten raakten als trainers betrokken bij het keizerlijk leger.
Ongeveer rond dezelfde tijd verbood de Qing dynastie het persoonlijk bezit van wapens, de bevolking zonder verdediging overlatend aan bandieten en invallers. De burgers, die de zelfverdedigingskunsten van de monniken bewonderden, smeekten de kloostergemeenschap hen deze te leren. Uit mededogen accepteerden de monniken toen leken als leerling. Maar omdat de buitenstaanders niet de basis van geestelijke vorming hadden zoals de monniken, waren de taoïstische leraren huiverig om hun leken-leerlingen al hun kennis te onderwijzen. De interne stijl van de taoïstische kunsten is zeer krachtig. In handen van een ongetemde in hart en geest kan deze veel schade aanrichten. Daarom besloten de taoïstische leraren aan de leken-leerlingen slechts een deel van de kennis over te dragen. De meest vergaande training bleef voorbehouden aan de ingewijden in de tempel.
Toen tai chi het publiek bereikte, integreerden sommige lekenbeoefenaars hun eigen ideeën in de technieken die met hen waren gedeeld door de leraren uit de kloosters. Er ontstonden veel tai chi scholen. Maar het verschil met de taoïstische traditie was, dat zij tai chi niet als een taoïstische trainingsmethode beschouwden. In de taoïstische traditie is taiji, de harmonieuze balans van energieën, het doel van de training, niet het beheersen van de vorm.
Master Moy brengt tai chi terug naar de taoïstische oorsprong
Ten tijde van politieke verschuivingen en de modernisering van China werden taoïstische kloosters vernield of gesloten, vanwege een nieuw scepticisme dat tegelijkertijd opkwam met de aantrekkingskracht van het westen op China. Ten gevolge daarvan stierf de binnenshuis gehouden kennis uit met de oudere generatie monniken. Echter, Master Moy Lin Shin, een taoïstische monnik die vanaf zijn adolescentie in China tempelonderricht kreeg, vergaarde kennis over de taoïstische interne alchemie waarop de originele tai chi was gebaseerd. Hoewel veel van de oorspronkelijke tai chi vorm uit de kloostertraditie verloren was gegaan, kon Master Moy door de kennis te gebruiken die hij in zijn taoïstische training vergaarde, de geest van het origineel reconstrueren.
Onze organisatie, door Master Moy opgericht, stelt zich tot doel om deze Taoist Tai Chi™ kunsten naar iedere gemeenschap te brengen, om lichamelijk, geestelijk en spiritueel welzijn te bevorderen en de rijkdom van de Chinese cultuur en taoïstische tradities toegankelijker te maken.
Master Moy wil dat wij deze nalatenschap leren en doorgeven aan toekomstige generaties. Het vraagt een grote persoonlijke inspanning en vastberadenheid om deze kennis te vergaren en het vereist een regelmatig contact met de bron van de leer.
“We leren geen taijiquan, of de Tai Chi boksset; we leren Tai Chi, het grootste uiterste. Het Yin en Yang symbool omvat het heelal en verklaart de werking ervan. Evenzo weerspiegelen de 108 bewegingen van de Taoïstische Tai Chi set het heelal in ons lichaam, en kunnen zij de werking van dit heelal van binnen versterken. ”